Bon Ton: Huiskamer

Onze huiskamer bestaat nog steeds, hij is alleen veel en veel groter geworden. En digitaal. Onze columnist Bon Ton denkt er het zijne van.

BON TON

Ik heb de indrukken van de ‘mooie’ jaren ’50 natuurlijk vooral van mijn vader. Niet van rechtstreekse beleving, ik ben van veel later, dus hier geen reproductie van eigen ervaringen. De jaren van herstel na de oorlog. De ‘trots op Drees’ generatie, trots op de invoering van de AOW als basis voor veel pensioenvoorzieningen. De tijd waarin nog geen loungesets bestonden, maar het gezin gewoon aan de eettafel zat. Pa met de krant op tafel, met de hanglamp in het midden, en de rest met een boek of een spelletje.

Spelletje, de eerste game box, de eerste PlayStation? Vergeet het maar: men vermaakte zich met het ganzenbord. TV was er niet, er werd naar de radio geluisterd. Distributieradio heette dat: 4 zenders, die via de Draadomroep van de PTT in de huiskamers werden gebracht. Mijn Pa vertelde herhaaldelijk dat het nieuws van de watersnoodramp in 1953 steeds een dag later binnenkwam via die distributieradio.

De verjaardagen waren bijzonder. Anders dan nu kwam de hele familie bijeen: pa, ma, kinderen, kleinkinderen, ooms en tantes. Allemaal op een stoel in een grote kring, de borrels en glaasjes advocaat met slagroom op tafel. Net als de limonadeglazen met sigaretten, want de huiskamers schijnen in die tijd in no time ‘blauw’ van de rook te hebben gestaan.

Ja, er was wel een soort longkanker, maar dat heette ‘tering’. Maar het belangrijkste sfeerbeeld van die tijd, althans in het gezin en in het verhaal van mijn vader, werd veroorzaakt door de gesprekken over politiek. Dat leefde toen enorm, juist in de tijd van het herstel na de tweede wereldoorlog. Er was weer perspectief, er gloorde weer hoop. Maar er waren ook problemen, zoals een enorme woningnood, die voor veel mensen het motief opleverde voor emigratie. Naar Australië, Nieuw-Zeeland en Canada.

Dat waren de gespreksonderwerpen op verjaardagen. En die discussies konden wel eens uit de hand lopen. Zo vertelde mijn vader dat hij op een zekere avond een zwager vriendelijk doch dringend had moeten verzoeken om het feestgedruis, dat al aardig in en ruzie was veranderd, te verlaten vanwege de felle, maar onzinnige standpunten. Naar de mening van mijn vader. De zwager was een fel en overtuigd communist en stak dat niet onder stoelen of banken. Oh nee, banken waren er niet in die tijd.

Dit verhaal moet wel geplaatst worden in het tijdskader van ‘open publieke bekendheid’ van ieders politieke voorkeur. Het was de tijd waarin 80% van de bevolking met verkiezingsbiljetten op de toen nog niet geïsoleerde ramen kenbaar maakte op ‘welke partij gestemd zou gaan worden’ bij de eerstvolgende verkiezingen. Dus werd daar ook vrijelijk en ongeremd over gepraat op verjaardagen. En volgens mijn pa vormde de familie geen echte eenheid in politiek opzicht, al bestonden de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ in die tijd niet zo nadrukkelijk. À propos, nu weet vrijwel niemand meer waar die politieke indeling eigenlijk vandaan komt, maar worden de begrippen links en rechts naar hartenlust gebruikt, vooral op X, voorheen Twitter. Want als je het ergens niet mee eens bent, zeg je gewoon, dat de ander ‘links’ is of – als je uit het andere kamp komt – zich laat leiden door ‘rechts’. Of je zegt, dat we het slachtoffer zijn van ‘jarenlang links beleid’, terwijl links aantoonbaar al 10 jaar geen deel heeft uitgemaakt van een regeringscombinatie.

Vandaag de dag bestaat die huiskamer, al dan niet op verjaardagen, nog steeds, hij is alleen veel en veel groter geworden. En de huiskamer is digitaal geworden. Hij wordt niet meer bezet door dominante praters, maar door ‘toetsenbordridders’. De huiskamer komt nu tot ons in een andere gedaante en we maken er, soms ongewild, allemaal deel van uit.

De huiskamer heet nu Facebook. Of Twitter (X), waar de echte ‘schreeuwers’ zitten. Of Instagram, waar de 20’ers en 30’ers hun domein hebben gevonden. Of TikTok, waar de discussie vooral lawaaiig en begeleid door muziek plaatsvindt. En was het, weer volgens mijn pa, in de jaren ’50 nog wel eens gebruikelijk, dat er geprobeerd werd om in discussie te gaan, vandaag is dat niet meer het streven. Maar gaat het om simpelweg je mening geven en vooral niet verwachten dat de ander een weerwoord geeft.

Het gaat meer om iets ventileren en de ‘zaal verlaten’. Of om ergens op reageren en niet wachten op de discussie. En het barst van de zwagers met extreme opvattingen, ook van de ooms en tantes, die zonder echte feitenkennis van alles beweren. Sommigen sieren zich zelfs met de titel ‘influencer’. Dat zijn de allerergsten. Vroeger kwamen ze, nog steeds volgens mijn pa, alleen op familieverjaardagen, nu slaan ze geen party over. En ze praten niet alleen, ze schrijven nog ook. Of denken, dat ze dat kunnen. Ach, de huiskamer is groter geworden, de verjaardagen worden massaler bezocht. Er wordt niet meer of nauwelijks gerookt. Maar harder geschreeuwd.

Lees alle columns van Bon Ton

Bon Ton
Een productie van RTV Sternet