Haaksbergse boer Julia ter Huurne kiest voor kleinschaligheid

Julia ter Huurne en haar partner Joris runnen een boerderij aan de Alsteedseweg in Buurse.

Julia ter Huurne boert met respect voor de natuur. ‘We hadden ooit samen een ideaal en dat zijn we nu aan het waarmaken’, zegt Julia over de boerderij aan de Alsteedseweg in Buurse die ze samen met haar partner Joris bestiert. De naam Zuuver zegt wellicht al veel. ‘Wij zijn lid van de Caring Farmers, een landelijke belangenorganisatie. Het gaat in de eerste plaats om biodynamisch bezig zijn, dus zorgzaam boeren, respect voor de natuur hebben, onnodige verontreiniging en uitstoot voorkomen’.

Het is niet zo, dat dit idee en deze ambitie zomaar ontstaan zijn. Het idee is ontstaan uit een combinatie van boerenafkomst, studie, eigen oriëntatie en voorkeuren. Julia is opgegroeid op het boerenbedrijf, dat haar grootouders ooit zijn begonnen en dat dus al vele jaren in bezit van de familie is. Toen haar ouders het bedrijf overnamen, bleef oma er wonen. Haar ouders, die nog steeds eigenaar van het perceel zijn, wonen ook op het terrein. ‘Er moet nu en in de toekomst bekeken worden welke mogelijkheden er zijn om te blijven boeren op deze locatie’, zegt Julia.

Fundamentele keuzes

Het maken van keuzes voor het boerenbedrijf kende Julia dus al van dichtbij. ‘Het is natuurlijk niet zo dat een groot bedrijf per definitie zorgt voor nadelen voor de omgeving. Het gaat erom hoe het bedrijf is ingericht. Veel van de bedrijven in Zuid-Duitsland die ook biodynamisch werken hebben een grootte van honderden hectares. De wijze waarop er inhoud wordt gegeven aan een bedrijf en aan welke regels moet worden voldaan zijn wel van grote invloed, ook als je voor kleinschaligheid kiest’, legt ze uit.

Julia ging, voordat ze in het beddrijf stapte, eerst studeren (master pedagogiek met onder meer een afstudeerproject in Zweden) en heeft haar kennisbagage dus behoorlijk uitgebreid. Al tijdens de studie groeide geleidelijk aan haar belangstelling voor de daadwerkelijke voedselproductie.

Terug op het oude nest

In 2007 keerde Julia terug op het ‘oude nest’. De woonruimte van oma inmiddels was beschikbaar gekomen, waardoor Joris, die inmiddels in haar leven was gekomen, ook de status van ‘inpandige’ kon worden toegekend. Vanaf 2009 begon het samenwonen.

Bij zowel Julia als Joris (die inmiddels drie kleine kinderen hebben, de jongste is 6 weken oud) groeide de echte belangstelling voor het boerenbedrijf. Maar het moest wel op basis van hun principes: met respect voor de natuur en dus kleinschalig. ‘Genoeg om van te kunnen leven, we hoeven er niet rijk van te worden’, zegt Julia. Dat betekent onder meer, dat ze op basis van een goed passend werkrooster beiden een baan hebben als leraar op het HBO in Zwolle. En als ze thuis zijn moet er voor de kindjes èn het bedrijf worden gezorgd. Een combinatie, die dus eigenlijk op drie fronten uitdagingen biedt.

Het bedrijf is ingericht op basis van hun strakke principes en is zeer kleinschalig begonnen: een moestuin en wat kippen. ‘We wilden zelfvoorzienend zijn en we wilden weten wat we precies naar binnen krijgen’, licht Julia toe. In gesprekken met collega’s, onder meer van school, maar ook boerencollega’s, ontdekten zij, dat de belangstelling voor deze aanpak groeide: ‘Het moest biodynamisch zijn, rekening houden met de natuur, het moest wel een gemengd bedrijf worden. Er moest bedrijfseigen voer voor de dieren zijn en we wilden een gesloten kringloop realiseren’, zegt Julia.

Het stel realiseerde bij de boerderij een klein winkeltje voor de verkoop van producten, die voortkwamen uit dit concept of die ingekocht worden. Ook hebben Julia en Joris een paar jaar een marktkraam gehad in Delden waar de producten verkocht werden.

Vandaag de dag is er een grotere winkel, maar ook een kleine zelfbedieningswinkel maakt deel uit van het concept en is te vinden aan de ingang van hun terrein. Het bedrijf hoeft niet veel groter te worden, de keuze blijft voor het bestaan op twee fronten: onderwijs en boerenbedrijf. Het is vooral de combinatie, die ze aantrekkelijk vinden. ‘Op beide fronten maken we ons ook sterk voor de verbinding van bedrijf en natuur, voor de samenwerking, voor het samen wijzer worden’.

Belang van certificering

Julia en Joris hebben er voor gekozen hun bedrijf te laten certificeren. In dat verband wordt met een zekere regelmaat hun bedrijfsvoering extern beoordeeld op diverse aspecten. Er wordt gekeken naar het productieproces, de inkoop van spullen, er vindt factuurcontrole plaats, kortom alles wordt beoordeeld om tenslotte het zogenoemde Demeter-certificaat (*) te kunnen toekennen en/of te continueren. Met zo’n certificaat heb je een boerderij, die in alle opzichten op respect voor de natuur gebaseerd is, minder energieverbruik kent en minder milieubelasting veroorzaakt. En niet de bodem afbreekt, maar weer opbouwt. Die certificering levert volgens Julia wel ‘enige bureaucratie’ op, ‘maar het houdt je wel scherp’, zegt ze er meteen bij.

Het Demeter-certificaat (*)

Alle producten met een Demeter-keurmerk voldoen in ieder geval aan de normen voor biologische landbouw, zoals die binnen de Europese wetgeving zijn vastgelegd. Boeren en verwerkers die daarnaast als aanvulling voldoen aan de Demeter-normen en -richtlijnen, ontvangen na de controle een Demeter-certificaat en mogen het Demeter-keurmerk voeren.

Balanceren en investeren

Julia en Joris moeten soms balanceren om toekomstbestendig te kunnen blijven. Zo houden ze in de winter wat minder kippen. ‘Van nature worden er in de winter geen kuikens geboren, er is minder warmte en minder voer beschikbaar. Wanneer je in de winter kuikens houdt betekent dat immers ook, dat je meer energiekosten hebt omdat je ze warm moet houden. Dat kan een reden zijn om in de zomermaanden meer kippen te houden zodat ze de vriezer in kunnen en wij in de wintermaanden ook kip beschikbaar hebben. De vraag is of dit opweegt tegen de kosten en of je het eigenlijk wel moet willen’, legt Julia uit.

‘De tuin hebben we altijd zelf gedaan, maar dat is niet meer te combineren met onze werkzaamheden in het onderwijs. Daarvoor hebben we iemand gehad, we zijn nu weer op zoek naar een tuinder’.
En dat brengt ons onvermijdelijk op de discussie over de actuele ontwikkelingen met betrekking tot het landbouw- en stikstofbeleid. Julia daarover: ‘De plannen zijn nog niet concreet, dus waar gaat de discussie dan eigenlijk over. Vanuit de overheid was het wel verstandig geweest om door de jaren heem duidelijker te communiceren en boeren perspectief te geven. Het gaat niet alleen om stikstof, er moet aan nog veel meer zaken worden gewerkt voor een toekomstbestendige landbouw. Ook onze manier van bedrijfsvoering vraagt om investeringen om op langere termijn te kunnen bestaan’

Caring Farmers

Zuuver maakt deel uit van de Caring Farmers, een landelijke organisatie waar inmiddels ruim 300 boerenbedrijven bij zijn aangesloten en die allen maar één doel hebben en dat is het runnen van een boerenbedrijf met maximaal respect voor de natuur.

Inmiddels zijn er ook ‘Caring Vets'(veeartsen), Caring Doctors, ‘Caring Consumers’ en zelfs ‘Caring Retailers’ (waar de grote supermarkten geen deel van uit maken!). Een Caring keten dus eigenlijk. Caring Farmers heeft overigens ook aan tafel gezeten bij de adviesgroep van Remkes en blijft graag meepraten over de toekomst van het boerenbedrijf.

‘Het gaat om de vraag wat we met z’n allen uiteindelijk willen en welke balans we willen tussen bedrijfsvoering en natuurbehoud’, stelt Julia vast. Een mooie afsluiting van ons gesprek.

Kijk voor meer informatie op de website van Zuuver

Meer over ondernemen in Haaksbergen

Volg het nieuws uit Haaksbergen

Tekst: Ton van Rijswijk
Een productie van RTV Sternet