Natuurherstelproject Witte Veen verdringt Camping de Leemkoel

Natuurmonumenten voert momenteel in het Witte Veen een natuurherstelproject uit, met maatregelen om in het gebied water langer vast te houden. Het project heeft verstrekkende consequenties voor camping De Leemkoel in Buurse, die op termijn moet verdwijnen. RTV Sternet ging op onderzoek.

Wie regelmatig op het Witte Veen vertoeft, zal het niet ontgaan zijn dat Natuurmonumenten daar al ruim een jaar flink huishoudt. Het gros van de bomen is verwijderd, waardoor een grote, open vlakte is ontstaan die bij grote hoeveelheden regen al snel verandert in een modderig landschap.

Voor bezoekers wellicht minder aantrekkelijk, maar voor de natuur van levensbelang. Vanzelfsprekend berust deze aanpak op weloverdacht beleid, aldus Jeroen Waanders, coördinator natuurbeheer. Hij legt uit waar Natuurmonumenten mee bezig is.

‘Wat er momenteel in het Witte Veen gebeurt, is een natuurherstelproject. We voeren daar maatregelen uit om in het gebied water langer vast te houden. Door de status van Natura 2000 gebied is de provincie wettelijk verplicht zorg te dragen voor de kwaliteit van de natuur in het gebied. En die dient vanzelfsprekend voor- en niet achteruit te gaan’.

Nederland kent nog maar heel weinig plekken met hoogveen. In Haaksbergen beschikken we nog over dertig hectare. Als we dat zo willen houden, moet er worden ingegrepen.

Het Witte Veen maakt deel uit van een keten van hoogveen gebieden langs de Duitse grens. Veel van die gebieden zijn opgenomen in Natura 2000, het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden. Ze hebben die beschermingsstatus vanwege hun zeldzaamheid en omdat ze een onmisbaar leefgebied zijn voor veel bijzondere en unieke soorten zoals hoogveenglanslibel, heideblauwtje, glimworm, nachtzwaluw, boomkikker, éénjarig wollegras en veenpluis. Maar, ook voor gasten zoals de kraanvogel.

Daarnaast is hoogveen een belangrijke klimaatbuffer. Het houdt namelijk water èn CO2 vast. Ook om die reden steunt Europa dit project met een subsidie vanuit het LIFE Climate programma.

Onderzoek

Jeroen: ‘In 2018 heeft Natuurmonumenten groot onderzoek gedaan in het Witte Veen. Er is toen onder meer gekeken naar bodemopbouw, samenstelling van de bodem en er is vastgesteld hoe het grondoppervlakte water wegstroomt. Dat alles is in kaart gebracht en aan de hand daarvan is een noodzakelijk plan voor herstel opgesteld dat nu wordt uitgevoerd.

Natuurmonumenten kocht reeds 1982 een klein deel van het huidige veel grotere Witte Veen. Vergeet niet dat hier tot eind vorige eeuw nog volop geboerd werd. We hebben dan ook de bovengrond van diverse percelen afgegraven omdat het voormalige landbouwgrond betrof met nog aanwezige mest. Een van de buren, een man van zestig, weet nog dat hij als kleine jongen met zijn vader meeging om hier turf te steken. Weliswaar voor huishoudelijk gebruik en niet industrieel, maar toch. Een dikke vijftig jaar geleden was de situatie hier dus nog zo.

In de loop der jaren – vooral na de ruilverkaveling in 2000 – zijn behoorlijk wat eigendommen uitgeruild en bij het natuurgebied gekomen’.

Plannen

Hoogveen(mos) groeit boven de grond en kan alleen leven en groeien als water lang wordt vast gehouden. Het is essentieel dat de stand van dat water stabiel is – met een toelaatbare marge van dertig centimeter verschil – en het water een constante, voedselarme kwaliteit heeft. Stikstof – dat inmiddels in ruime mate aanwezig is hier – werkt als mest voor deze planten en verstoort het hele systeem.

Jeroen: ‘Een hoogveenlandschap is nat en drassig en er groeien geen bomen. Toch hebben met name grove den en berk in de afgelopen jaren kans gezien wortel te schieten en te groeien. Dat heeft alles te maken met de droge zomers. De bomen stonden weliswaar op de hogere zandruggen, maar hun wortels verspreidden zich tot diep in het veen en onttrokken daar het gehele jaar water.

Normaal gesproken heeft een zaadje water nodig om te kunnen ontkiemen, maar het natte veen was nog altijd een beetje teveel van het goede. Opslag had jaren en zelfs eeuwen lang te weinig houvast om er te kunnen aarden. De meerdere droge zomers van de afgelopen jaren hebben daar verandering in gebracht. Het droger wordende veen was precies wat ze nodig hadden en dus kreeg de opslag van grove den, berk en struiken vrij spel’.

Veen

‘Veen is feitelijk een kommetje, een lager gelegen deel, in het landschap waarin water stagneert omdat het niet de grond in kan vanwege een op één tot maximaal vier meter liggende onderlatende laag. In ideale omstandigheden blijft het waterpeil daar gedurende het jaar constant. De afgelopen zomers hebben we dat bij lange na niet gered. Ik liep daar toen op wandelschoenen terwijl ik er later in het jaar met laarzen nog niet kon staan.

Het zure, voedingsarme hoogveen is afhankelijk van regenwater. Van die begroeiing valt van alles naar beneden dat zich door de tijd opstapelt en uiteindelijk veen wordt. Veen is dus feitelijk niks anders dan een dikke koek van onverteerde plantenresten. Op den duur raakt het zwart en, eenmaal gestoken, krijgt het de naam turf’.

Ook de komende jaren zal Natuurmonumenten nog stukken bos verwijderen, greppels die water afvoeren binnenin het gebied dempen, oude vennen herstellen en de waterkwaliteit verbeteren. De hoogveendamwand, die water helpt vasthouden, wordt hersteld, enkele stuwtjes zullen worden geplaatst of vervangen en delen van het gebied worden gemaaid of kleinschalig geplagd. Uiteindelijk zal dan een onderzoek worden opgestart naar hoeveel CO2 het hoogveen precies extra kan opslaan.

Camping de Leemkoel

Genoemde plannen hebben ook verstrekkende consequenties voor camping De Leemkoel in Buurse. Kampeerders zouden namelijk in de nabije toekomst hun voeten onmogelijk droog kunnen houden. Om die reden werd de camping onlangs verkocht aan Natuurmonumenten.

Een schokkende, emotionele boodschap voor hen die er al jaren – opa Hesselink stond zestig jaar geleden de eerste campeerder toe zijn tentje op te zetten midden in de natuur – een staanplaats hebben. Heden ten dage herbergt de camping zo’n negentig stacaravans en campers, veel van hen al decennia lang. Twee jaar lang werd gehoopt dat het plaatsen van een damwand de oplossing was voor het droogte probleem. Maar, onlangs kwam de eigenaar van de camping samen met Natuurmonumenten helaas tot de conclusie dat er geen toekomst meer is voor een recreatieve functie. De enige optie die overbleef, was verkoop.

De seizoenplaatshouders zijn inmiddels geïnformeerd en krijgen tot mei 2026 de tijd om een nieuwe plek elders te vinden en hun spullen te verhuizen of verkopen. Gasten die nog dit of volgend jaar vertrekken, krijgen een financiële tegemoetkoming. Natuurmonumenten is momenteel met de campeerders in overleg voor het maken van goede afspraken.

Het terrein zal op termijn weer condities bieden voor heel bijzondere plantensoorten die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van het veen.

Schotse Hooglanders

Veel mensen vragen zich af waarom de Schotse Hooglanders na bijna een kwart eeuw van het Buurser Zand zijn verdwenen. Heeft dat ook te maken met het nieuwe beleid?

‘Absoluut niet’, reageert Jeroen. ‘De Hooglanders waren al lang niet meer van Natuurmonumenten. Een langlopend contract met een stichting in Noord-Brabant – die ook het beheer voor rekening nam – liep eind vorig jaar af. Toen moesten er nieuwe besluiten worden gemaakt. Wij hebben ervoor gekozen om meer lokaal samen te werken. En de partij waar we nu mee in zee zijn gegaan, heeft geen Schotse Hooglanders – en wil dat ook niet – maar Herefords. Zo simpel is het.

De huidige beheerder woont vlakblij en loopt – puur uit hobby – zelfs ‘s avonds nog door het gebied voor controle.

In het Buurserzand lopen twaalf dieren en in het iets grotere Witte Veen zestien. Op het Buurserzand gaat het om extensieve begrazing. Dat houdt in dat de dieren net voor Pasen het gebied in gaan en dat in oktober weer verlaten. In het najaar trekt de voeding in planten zich terug in de wortels en wordt de heide daardoor voor hen aantrekkelijk. En dat willen we niet. Dat ze daar in het seizoen wat van eten, is niet erg, maar als ze gedurende de winter uitsluitend heide zouden eten, raken we alles kwijt’.

In het Witte Veen zijn de dieren het gehele jaar aanwezig. Een deel van de kudde die op het 110 hectare grote Buurserzand loopt, gaat in de winter – met een aantal kalveren – naar het grotere Witte Veen en de rest wordt tijdelijk elders onder gebracht. Het ligt in de bedoeling om het aantal dieren daar uiteindelijk te laten groeien tot zo’n vijfendertig maximaal.

Jeroen stelt ons uiteindelijk gerust. ‘We willen weliswaar een specifiek, open veenlandschap terug, maar opslag gaat er altijd weer komen. De kale zandvlakte van nu zal weer begroeid raken met struiken en heide, die we hun gang laten gaan, maar ook waar nodig zullen verwijderen. De bomen daarentegen komen niet meer terug, maar dat is beheer’.

Kijk voor meer informatie op de website van Natuurmonumenten

Volg het nieuws uit Haaksbergen

Op de foto: Jeroen Waanders van Natuurmonumenten
Tekst en foto: Hanneke Straten
Eindredactie: Michel van der Voort
Een productie van RTV Sternet